Koeiendans bij Richard Korrel op eerste lentedag

Maandag 20 maart opende Epke Zonderland de staldeuren van Maatschap Korrel in Ouderkerk aan de Amstel, deelnemer Proeftuin Veenweiden. Het startsein voor het weideseizoen 2017. Schoolklassen en pers konden genieten van de swingende lentekriebels van Richards koeien.

Groepsapp bodemtemperaturen

De bodemtemperatuur houden we in het voorjaar nauwlettend in de gaten om het optimale moment van bemesten te bepalen. Want waarom zou je mest op het land gooien als het gras nog niet aan groeien denkt? Dan is de kans groot dat de mineralen de wortels passeren en uit de kringloop vliegen.

Het is bekend dat bij 8 graden Celsius de grasplant begint te groeien. Vanaf dat moment staan te wortels op scherp om voedingsstoffen op te nemen. Dat is dus het moment om de drijfmest aan te wenden. Uiteraard is er verschil in bodemtemperatuur tussen natte en droge percelen. Hoe natter de bodem, hoe langzamer deze opwarmt en dus hoe langer het duurt voordat deze de temperatuur van 8 graden heeft bereikt.

In Proeftuin Veenweiden is het plan opgepakt om een groepsapp te maken waarin de pilotboeren elkaar op de hoogte houden van de bodemtemperatuur in ‘een gemiddeld perceel’.

In onderstaande grafiek de gemeten bodemtemperaturen (gemiddelde van 10 pilotboeren).

Bodemtemperatuur verloop

Tot 22 februari zat er een prima stijging in de bodemtemperatuur tot 7 graden, daarna viel het weer terug, mede door de enorme regenval. Al met al hebben we de 8 graden nog niet bereikt en is er heel veel regen gevallen. Waarschijnlijk is de benutting van de reeds aangewende drijfmest daardoor niet optimaal.

Inmiddels zitten we weer op de 7 graden. Als het land nu opdroogt is het ook meteen 8 graden en daarmee een geschikt moment om uit te rijden. Het enige criterium is nu nog de draagkracht en berijdbaarheid van de grond.

Meer weten?

Mail naar Teus Verhoeff, teus@proeftuinveenweiden.nl

Bodemdaling en onderwaterdrainage in het veenweidegebied

“Verbinden” was het sleutelwoord op 22 februari tijdens de themamiddag bij Proeftuin-pilotboer Arno Plomp. Verbinden van bodemdaling in het veenweidegebied met ammoniakemissie, waterkwaliteit en -kwantiteit. Maar ook met natuur- en landschapsbeheer. En last but not least: toekomstperspectief + verdienmogelijkheden voor de melkveehouderij. Zo’n 25 deelnemers gingen n.a.v. drie presentaties met elkaar in gesprek. Integraal denken en doen is een mooie uitdaging, maar gaat niet altijd vanzelf….

Elke centimeter telt

Marjan Holtman van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) trapte af met een presentatie over de noodzaak van een gezamenlijke aanpak om bodemdaling te beperken. Om in de toekomst te kunnen wonen en werken in het veenweidegebied moet er nu gehandeld worden. HDSR wil daarover in dialoog met belanghebbende partijen. Daarbij stelt HDSR voor polderpeilen in de toekomst niet meer volledig te indexeren aan het tempo van de (huidige) bodemdaling. Daar staat tegenover dat HDSR agrariërs en andere belanghebbenden wil faciliteren bij benodigde aanpassingen. Zo faciliteert HDSR momenteel in 2 polders agrariërs die aan de slag zijn gegaan met onderwaterdrainage (OWD). Het is de ambitie van HDSR om in 2050 de bodemdaling met 25% teruggebracht te hebben mét toekomstperspectief voor de melkveehouderij.

Uiteraard leverde dat discussie op. Sommigen waren van mening dat HDSR niet eenzijdig kan afzien van peilindexering. Anderen stonden daar voor open: “mits dat gelijk opgaat met het faciliteren van benodigde aanpassingen en we daar open over in gesprek kunnen”. HDSR kreeg voor dat laatste impliciete lof: “dat was vroeger wel eens anders”. Een belangrijke hamvraag was wie er moet gaan betalen voor de aanleg van onderwaterdrainage? HDSR gaf aan met name te willen bijdragen aan de investeringen van voorlopers én ook te willen faciliteren bij het aanvragen van POP3-subsidies voor onderwaterdrainage. “Maar op den duur is het ook een eigen verantwoordelijkheid”. Daar werd tegen ingebracht dat het tegengaan van bodemdaling een maatschappelijke opgave is en geen boerenopgave: “dat betekent 100% subsidie”. Vanuit de Proeftuin Veenweiden werd aangegeven dat het niet zo zwart-wit hoeft te liggen: “onderwaterdrainage leidt ook tot baten voor de landbouw en wie weet zijn er mogelijkheden om het in te richten als een groen-blauwe dienst” Waarmee feitelijk een voorschot werd genomen op de resterende 2 presentaties. Tenslotte werd nog vanuit de zaal meegegeven dat het waterschap af zou moeten van het dogma van grote peilvlakken: “Gemiddelde drooglegging bestaat niet, ga voor meer maatwerk, daarmee is bodemdaling beter te beperken”.

Precisiewatermanagement met onderwaterdrainage 3.0

Idse Hoving van Wageningen University & Research presenteerde de voorlopige uitkomsten van een experiment met OWD gekoppeld aan een pomp-put (‘drukdrains’), waarmee de grondwaterstand zeer precies kan worden geregeld. Dit experiment op VIC Zegveld is het afgelopen jaar gestart. Er wordt gestuurd op een vast grondwaterpeil van 35-40 cm onder maaiveld. De ambitie is om uiteindelijk te komen tot een zelflerend systeem dat volledig automatisch het grondwaterpeil constant houdt. Uit de eerste resultaten blijkt dat deze versie van OWD (onderwaterdrainage 3.0) kan leiden tot wel 75% vermindering van de bodemdaling én een betere waterhuishouding. Het verloop van de grondwaterstand door het groeiseizoen is veel vlakker dan in situaties zonder of met traditionele OWD. Er zijn ook landbouwkundige baten: minder droogte- en natschade, minder vertrappingsverliezen bij weidegang en een hogere nettoproductie. Door een lager ruw eiwit-gehalte in het nazomergras en vergroting van het aantal weidedagen (ca. 30), zorgt het ook voor een 5-10% lagere ammoniakemissie. Verder neemt ook de CO2-emissie (tot wel 75%) af en verbetert de waterkwaliteit: er mineraliseert immers veel minder veen.

Er waren veel praktische vragen vanuit de zaal. Hoe lang de drain maximaal mag zijn (300 m). Hoever uit elkaar (tussen 4-6 meter afhankelijk doordringbaarheid bodem). Of de pomp extreme droogte en heftige regenval wel aankan (ja). En of de uitslagcapaciteit wel voldoende is (ja). Ook nog een spannende suggestie: maisteelt in veenweidegebieden wordt momenteel als ongewenst gezien, vanwege het sterke effect op bodemdaling. Kan deze vorm van onderwaterdrainage maisteelt weer mogelijk maken?

Verdienen aan bodem, water en lucht?

Debby van Rotterdam (NMI/hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht) ging in op de filosofie van de Proeftuin Veenweiden dat maatschappelijke wensen op het vlak van bodem-, water- en luchtkwaliteit geen bedreiging zijn, maar een kans om aan te verdienen. Naast directe baten voor de agrarische bedrijfsvoering (zie de presentatie van Idse Hoving), liggen er ook potentiële nieuwe verdienmogelijkheden in “integrale beheerpakketten”, een soort “agrarisch natuurbeheer-pakketten”, maar dan niet gericht op weidevogels en slootkanten, maar gericht op waterkwaliteit, bodemdaling, ammoniakemissie en CO2-uitstoot. Dit soort pakketten bestaat momenteel nog niet, maar worden ontwikkeld door NMI, PPP-Agroadvies en Boeren Verstand. Het basisidee is simpel, maar om het ingepast te krijgen in bestaande kaders van het Agrarische Natuur en Landschaps-beheer is nog een heel gedoe als gevolg van Europese regels. Niettemin hebben de initiatiefnemers al de nodige stappen vooruit kunnen zetten. Er liggen ook kansen om “integrale beheerpakketten” direct vanuit waterschappen of andere belanghebbenden financieel te ondersteunen. Het idee is dat collectieven/-agrarische natuurverenigingen dit soort pakketten straks gaan aanbieden aan agrariërs in hun gebied.

Vanuit de zaal werd aangegeven dat de insteek vanuit collectieven aanspreekt. Maar dat de vergoedingen dan wel substantieel moeten zijn. En men is beducht voor ‘administratief gedoe’, waar ook het agrarisch natuurbeheer al van vergeven is….

Excursie Polder Spengen

Vanwege het stormachtige weer, werd de excursie in Polder Spengen afgeblazen. In plaats daarvan werd een filmpje vertoond over de aanleg van de onderwaterdrainage in de polder (“het was nog nooit zo stil”) en beantwoordden Annet van Schie (HDSR) en Gerard Verhoef (agrariër) vele praktische vragen over onderwaterdrainage in polder Spengen.

Themasessie 5 april: mesttoediening per 2018

De huidige sleepvoet is per 2018 verboden op veen en klei. Maar wat is dan het alternatief? Op 5 april organiseert de Proeftuin Veenweiden – i.s.m. de Proeftuin Natura 2000 –een themasessie ‘mesttoediening voor loonwerkers en melkveehouders’.

let op locatieaanpassing!

De themasessie zal plaatsvinden in De Zwaan, Kerkweg 2, 2825 BS Berkenwoude.

Een afwisselend programma met:

  • Achtergronden van het verbod van de sleepvoet. Eisen aan alternatieven (door Jacob van Vliet-EZ/NVWA).
  • Alternatieven voor de sleepvoet (door Jan Huijsmans-WUR)
  • Meer grasgroei door verdunnen (door Herman van Schooten-WUR)
  • Borging van verdunning (door Frank Verhoeven-Boerenverstand)
  • Demonstratie in het veld rond 16.00 uur bij pilotboer Jaap Schep, Zuidbroek 153, Bergambacht

Datum: 5 april
Tijd: 13.00 – 16.00 uur (ontvangst vanaf 12.45 uur)
Locatie: De Zwaan, Kerkweg 2, 2825 BS Berkenwoude

Aanmelden voor deelname aan de themasessie kan via t.verhoeff@ppp-agro.nl.


 

Themamiddag 24 mei: Kruidenteelt en biodiversiteit

Binnenkort meer informatie over de themamiddag op 24 mei 2017 over kruidenteelt en biodiversiteit.

Bekalken met beleid op veengrond

Op veengrond is er een positief verband gevonden tussen de Calcium/Magnesium(Ca/Mg)-verhouding en het stikstofleverend vermogen van de bodem. Uit onderzoek op drie pilot bedrijven van de Proeftuin Veenweiden blijkt dat de stikstoflevering en grasproductie niet zozeer met de Ca/Mg verhouding samenhangen, maar vooral met verhoging van de pH, calciumbezetting en het effect op mineralisatie. Voor de veehouder betekent dit dat bekalken altijd met beleid moet gebeuren, omdat het samengaat met versnelde bodemdaling.

Sturen op stikstofleverend vermogen

Onderzoekers van het Louis Bolk Instituut hebben in verschillende proeven onderzocht of met verschillende calcium- en magnesiummeststoffen kan worden gestuurd op het stikstofleverend vermogen van veengrond. Uit dit onderzoek blijkt dat de stikstoflevering en grasproductie niet zozeer met de Ca/Mg verhouding samenhangen, maar vooral met verhoging van de pH, calciumbezetting en het effect op mineralisatie. Bij de inzet van kalk (CaCO3), was er een duidelijke relatie tussen de stijging van de pH, de activiteit van het bodemleven en de mineralisatie. Het uiteindelijke effect was een hogere grasopbrengst (+ 400 kg droge stof per hectare), maar ook een afbraak van organische stof. Bij gips (CaSO4), ook een calciumhoudende meststof die echter geen positief effect heeft op de pH, gebeurde het omgekeerde. Het leidde tot een lichte verlaging van de pH, vertraging van bodemleven activiteit en een lagere grasproductie (- 600 kg droge stof per hectare), zie schema.

Bekalken met beleid op veengrond

Bekalken versnelt bodemdaling

Het onderzoek laat zien dat dat bekalken op veen om de pH te verhogen altijd met beleid moet gebeuren, omdat het samengaat met versnelde bodemdaling. Het gebruik van gips om het calciumgehalte te verhogen wordt niet aangeraden op veengrond.

Meer weten?

Mail naar Nick van Eekeren (N.vanEekeren@Louisbolk.nl)

Linda Brouwer, adviseur Proeftuin Veenweiden

Ik ben Linda Brouwer, al heel wat jaren enthousiast adviseur voor melkveehouders en mede eigenaar van PPP-Agro Advies. Sinds de start van de Proeftuin Veenweiden begeleid ik Richard Korrel in Ouderkerk a/d Amstel in zijn zoektocht naar de reductie van ammoniakuitstoot. Richard is een fanatiek beweider en gemotiveerde pilotboer van de Proeftuin. Leren om het steeds beter te doen, nieuwe wegen uitproberen en elkaar scherp houden zit in zijn genen. Vanaf begin dit jaar heeft hij daar zijn teamgenoten bij!

Inmiddels hebben we als team met elkaar kennis gemaakt tijdens onze eerste studiegroep bijeenkomst. Ik hoor en zie bij elke deelnemer de drive om op ‘t eigen bedrijf en met elkaar, nieuwe dingen uit te proberen voor een betere bedrijfsvoering. Rode draad in de ambitie van iedereen is wel het totale plaatje van stikstofbenutting als het gaat om de bodem en de koe. Ammoniakreductie is dan een logisch en mooi gevolg daarvan.

Het verlagen van het ruw eiwitgehalte in het totale rantsoen is één van de maatregelen waarmee ze aan de slag gaan. Daar heeft Richard al mooie resultaten mee behaald. Omdat in het team kennis zit van jong (een deelnemer zit zelfs nog op school) en oud(er), komen allerlei invalshoeken en ideeën voorbij. Volgende keer nemen we de individuele kringloopwijzers van alle teamleden onder de loep. En zoomen we in op verbeteringen op het eigen bedrijf. Ook voor mij een interessant en leerzaam traject!

Proeftuin Veenweiden-teams aan de slag: doordenken en doorpakken

De 10 Proeftuin Veenweiden-teams zijn gestart. Eerst onderling kennismaken natuurlijk, maar ook meteen de diepte in. Tijdens de bijeenkomsten bij de pilotboeren Arno Plomp in Wilnis en Jaap Pronk in Broek in Waterland was er genoeg te zien en te bepraten!

studiegroep Arno Plomp in keuken

Plan van aanpak

Alle teamgenoten hebben hun eigen bedrijfsvoering en hun eigen uitdagingen. Dat varieert van melken met robots, wel/niet beweiden, biologische bedrijfsvoering of in omschakeling naar biologisch en verschillende huisvesting, waaronder een grupstal. Maar allemaal hebben ze te maken met de opgave ammoniakuitstoot te reduceren. Het pan van aanpak wat Arno en Jaap daarvoor hebben gemaakt, is gepresenteerd en besproken. Hun doelstellingen om tot 25% reductie te komen reductie van 25% bestaan o.a. uit verlaging van het aandeel ruw eiwit in het rantsoen (richting 155 g RE), verlagen van het aandeel jongvee richting 4,5 stuks (bij Jaap naar 4 stuks) per 10 melkkoeien, mest aanwenden met water (verhouding richting 1:1) en mogelijk verhogen van het aantal weidedagen en –uren.

Kringloopwijzer toont resultaat

Studiegroep Jaap PronkDoor middel van een ingevulde Kringloopwijzer over het jaar 2016 zijn de eerste resultaten bij Arno Plomp en Jaap Pronk bekend. Bij beiden is een deel van de beoogde reductie al gerealiseerd, vooral door het mest uitrijden met water, maar nog niet in de verhouding 1:1. Verder is Jaap er ook in geslaagd om het aandeel jongvee te verlagen naar 4,0 stuks per 10 melkkoeien, het ruw eiwit in het rantsoen met 10 punten te verlagen en het aantal weidedagen te verhogen. Zichtbare resultaten dus, maar wat is er nog meer nodig om de totale reductie te realiseren? De teamgenoten hebben met elkaar gekeken naar verbeterpunten, o.a. tijdens een rondgang op het bedrijf. In de praktijk, op het erf en in de stal kun je het beste zien waar het goed gaat en waar het beter kan! De volgende bijeenkomst worden de Kringloopwijzers over 2016 van de teamgenoten doorgenomen. Hoe staat het er bij hen voor? Waar kunnen zij verbeteringen doorvoeren?

Fosfaatreductieplan en Proeftuin Veenweiden

Studiegroep Arno Plomp in de stalOp dit moment ligt voor veel melkveehouders de focus op de gevolgen van het fosfaatreductieplan voor hun bedrijf. Hoeveel en welke koeien of jongvee moeten er afgevoerd worden? Vragen die aansluiten bij de uitvoering van Proeftuin Veenweiden. Het verlagen van het aandeel jongvee heeft een positief effect op ammoniakreductie. En als minder productieve koeien worden afgevoerd, zal de eiwitbenutting ook beter worden! En het verhogen van het aantal weidedagen en –uren kan in 2017 de kosten verlagen.

Kortom: een antwoord op de vragen uit de Proeftuin Veenweiden kan ook een antwoord zijn op een aantal vragen voor uw reguliere bedrijfsvoering. Het draait allemaal op een verbetering van de efficiëntie op uw bedrijf. We houden u op de hoogte met antwoorden!


Dick Jan Koster, begeleider en adviseur Proeftuin Veenweiden
e-mail:
dj.koster@ppp-agro.nl , mobiel: 06-23058194     

Themamiddag Bodemdaling en Onderwaterdrainage in het veenweidegebied

Bodemdaling en Onderwaterdrainage. Heeft dat wat met ammoniak te maken? Jazeker! En het heeft ook te maken met waterkwaliteit, CO2-uitstoot, biodiversiteit, en last-but-not-least draagkracht, weidedagen, grasopbrengst en eiwitgehalte van het gras. Tijdens deze middag word je door Proeftuin Veenweiden bijgepraat over de nieuwste ontwikkelingen op dit thema en bekijken we de nieuwste inzichten rond onderwaterdrainage in de praktijk.


Datum: 22 februari
Tijd: 13.00 – 16.00 uur
Locatie: Melkveebedrijf Arno en Linda Plomp, Geerkade 10, 3648 NX Wilnis (“De Hooizolder”)
Meld je hier aan
of mail naar Teus@proeftuinveenweiden.nl


Programma

12.30    Inloop met koffie en thee

13.00    Welkom en toelichting programma – Leo Joosten (Proeftuin Veenweiden)

13.05    “Elke centimeter telt” Gezamenlijke aanpak bodemdaling – Marjan Holtman (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden)

Om in de toekomst te kunnen wonen en werken in het veenweidegebied moet er nu gehandeld worden. HDSR wil daarover in dialoog met belanghebbende partijen. Daarbij stelt HDSR het peil in de toekomst niet meer volledig te willen indexeren aan het tempo van de (huidige) bodemdaling. Durven we die dialoog aan?

13.50    Precisiewatermanagement met onderwaterdrainage 3.0 (‘drukdrains’) – Idse Hoving (WUR)

Op VIC Zegveld is het afgelopen jaar een experiment gestart met zgn. drukdrains: onderwaterdrainage gekoppeld aan een pomp-put waardoor de grondwaterstand zeer precies geregeld kan worden, onafhankelijk van het slootwaterpeil. Doel is een sterke vermindering van bodemdaling én een betere waterhuishouding leidend tot betere bedrijfsresultaten. Worden die beloften waargemaakt?

14.30    Pauze

14.45    Verdienen aan bodem, water en lucht? Nieuwe kansen door een integraal beheerpakket – Debby van Rotterdam (NMI)

De Proeftuin Veenweiden benadert maatschappelijke wensen op het vlak van bodem-, water- en luchtkwaliteit niet als bedreiging, maar als kans om aan te verdienen. Dus zoeken we naar oplossingen die gelijk op gaan met betere bedrijfsresultaten én zoeken we naar nieuwe verdienmogelijkheden. Een potentiële nieuwe verdien-mogelijkheid is het “integrale beheerpakket”, een soort “agrarisch natuurbeheer-pakket”, maar dan gericht op waterkwaliteit bodemdaling en ammoniakemissie. Hoe zou zo’n pakket er uit kunnen zien en hoe kun je daar als boer mee uit de voeten?

15.30    Afsluiting – Leo Joosten (Proeftuin Veenweiden)

15.35 – 16.15 (facultatieve) excursie drukdrains in polder Spengen

In polder Spengen (aan de overkant van de weg) durven 7 boeren de uitdaging van drukdrains aan!


Benieuwd wat het voor jouw bedrijf kan betekenen?
Meld je hier aan of mail naar Teus@proeftuinveenweiden.nl,

Het maximaal aantal deelnemers op deze locatie is 40….

GVE-regeling speelt ammoniakreductie in de kaart

Pilotboer Jaco Kastelein van Proeftuin Veenweiden anticipeert met zijn jongvee-beleid op de GVE-regeling en realiseert daarmee zo’n 14% ammoniakreductie.

Anticiperen en reduceren

Anticiperend op de GVE-regeling heeft Jaco zijn bedrijf kritisch onder de loep genomen en een zorgvuldige kosten/baten analyse gemaakt. Dat heeft hem doen besluiten om in 2017 op zijn bedrijf 80 melkkoeien en 28 stuks jongvee te houden en daarmee maximaal te produceren. Een opvallende stap, want 28 stuks jongvee is omgerekend 3,5 stuks jongvee per 10 melkkoeien! In 2015 waren dat er nog 5,3 en in 2016 iets minder (5,1). Met dit lagere aantal jongvee wordt op het bedrijf van Jaco wél een reductie bereikt van 91 kg NH3. Dat lijkt misschien niet veel, maar is toch 14% van de beoogde doelstelling in ammoniakreductie!

Jongvee in de wei - Veenweiden

Secuur fokken

Jaco realiseert zich dat hij door deze rigoureuze stap met het jongvee nu secuur te werk moet gaan. In de fokkerij betekent dit een keuze voor een ‘degelijke’ stier. Dat wil zeggen een stier wiens nakomelingen een grote kans van slagen hebben. Als ze eenmaal als kalf zijn uitgekozen om pink te worden, dan moet er wel een grote kans zijn dat ze als vaars en melkkoe goed presteren. Zo’n select clubje jongvee wil je goed en gezond houden, want er hangt veel van ze af. En daarmee werk je niet alleen aan een ammoniakdoelstelling, maar ook aan diergezondheid en –welzijn!