De kracht van kruiden

Nieuwe inzichten geven aan dat meer kruiden in het grasland kunnen bijdragen aan een stabielere productie van grasland. Daarnaast leveren kruiden ook een kwalitatieve en kwantitatieve bijdrage aan de voerproductie. In Proeftuin Veenweiden wordt onderzocht of kruiden middels zogenaamde secundaire metabolieten ook een gunstig effect hebben op de remming van bodemdaling en de eiwitbenutting van de koe.

Een ander wortelpatroon van kruiden t.o.v. gras, geeft een aanvullende mineralenbenutting in de bodem (voorkomen emissies), een bijdrage aan droogtetolerantie en kan mogelijk ook de draagkracht van de bodem verbeteren. Daarnaast bevatten kruiden in zowel ondergrondse en bovengrondse plantdelen zogenaamde secundaire metabolieten. Deze stoffen zitten vaak in de plant voor ziekte- en plaagwering. Enkele van deze secundaire metabolieten (o.a. tannines) remmen echter ook de afbraak van eiwitten door microben. Dit kan mogelijk een remmend effect hebben op mineralisatie van de organische stof in de bodem en zo bodemdaling voorkomen.

Daarnaast spelen deze secundaire metabolieten ook een rol in de eiwitvertering in het dier. Specifiek voor veenweide is dat er veel onbestendig eiwit is, wat moeilijk te benutten is. Tannines in kruiden zorgen voor samenklontering van deze onbestendige eiwitten in de pens waardoor ze onverteerd de pens passeren en in het darmstelsel van een herkauwer benut kunnen worden. Hierdoor worden de stikstofverliezen gereduceerd. Daarnaast bevorderen kruiden de biodiversiteit, wat zijn invloed heeft op insecten en weidevogels.

In de proeftuin veenweide is gestart met een experiment naar het “proof of principle” van het effect van kruiden op de reductie van afbraak van bodemorganische stof. Daarnaast zijn enkele percelen met kruiden ingezaaid. De komende tijd zal hiervan de voederwaarde worden gemeten.

Neem voor meer informatie contact op met Nick van Eekeren n.vaneekeren@louisbolk.nl

Vroeger baggeren?

Baggeren van veenweidesloten gebeurt vaak in de zomer. Met bagger komen nutriënten als stikstof op het land. De stikstof komt echter mogelijk pas in de herfst beschikbaar. Te laat om goed te benutten. De vraag is nu of baggeren in het voorjaar tot meer gewasproductie leidt en kunstmest bespaart. Hiervoor is door Proeftuin Veenweiden een proef op KTC Zegveld uitgezet.

Sloten worden gebaggerd om het watervoerend vermogen op peil te houden. Dit baggeren heeft ook een groot positief effect op de waterkwaliteit. Want de nalevering van nutriënten uit de bagger vermindert en het water stroomt beter door, waardoor er ook meer zuurstof in het water zit. Dit is goed voor de aanwezige flora en fauna.

In de praktijk wordt in de zomerperiode de bagger met een baggerpomp uit de sloot gehaald en op bestaand grasland gebracht. De baggerpomp verdeelt deze bagger, vermengd met het meegezogen water over het perceel. Veehouders zijn doorgaans blij met deze bagger. Want samen met het water, komen ook meststoffen op het land. Extra water zorgt voor extra groei en de meststoffen ook. Maar mogelijk worden de extra meststoffen te laat in het jaar benut voor extra gewas en extra stikstof in het gewas. Die extra stikstof kan dan niet meer benut worden en gaat verloren.

Praktijkproef

Mogelijk kan vroeg in het jaar baggeren het genoemde nadeel ondervangen en ervoor zorgen dat de extra meststoffen wel worden benut. Dit zou kunnen leiden tot kunstmestbesparing en dus vermindering van de stikstofverliezen. Daarom wordt een proef uitgevoerd op KTC Zegveld om de extra stikstofwerking van baggeren in het voorjaar in beeld te krijgen. Een aantal proefveldjes is opgezet, waarbij onderscheid wordt gemaakt in veldjes met alleen bagger (50-65 m3/ha), alleen drijfmest (20-25 m3/ha), bagger + drijfmest, alleen kunstmest en geen bemesting. Naast analyse van gewasopbrengst, wordt ook het plantenbestand van de slootvakken in beeld gebracht.

In verband met negatieve effecten op fauna en flora van de sloten is het niet gewenst om in de periode van half maart tot 1 juni te baggeren. Deze proef is een pilotproef om de potentie van vroeger baggeren te screenen. Mocht blijken dat het een perspectiefvolle maatregel is dan is meer onderzoek nodig om de bemestende waarde beter te kunnen kwantificeren en om naar mogelijkheden te kijken om eventuele negatieve effecten t.a.v. de flora en fauna te beperken, b.v. door mozaïekbeheer.

De proef is gestart in het voorjaar van 2016. In de loop van 2016 zullen de eerste resultaten beschikbaar komen.

Lees meer