“Van een onverteerbaar advies wordt je bedrijf niet beter”

Waar gaat het over?

Stikstof is een belangrijk voedingselement voor de bodem en een essentieel onderdeel van de eiwitten in het gras. Het rantsoen van een bedrijf in de veenweiden bevat veel gras met veelal hoge ruw eiwitgehalten. Verlagen we het ruw eiwit(RE)-gehalte in het rantsoen, dan komt er ook minder stikstof in de mest (=minder ammoniak). Logisch, want wat er aan de voorkant van de koe niet in komt, gaat er aan de achterkant ook niet uit. Minder stikstof in de mest zorgt niet alleen voor lagere stalemissies, maar ook de emissies bij het uitrijden van de mest worden lager. (www.proeftuinnatura2000.nl/wp-content/uploads/2017/12/Verlagen-ruw-eiwitgehalte.pdf; Smits et al., 2013: http://edepot.wur.nl/247488).

Eiwit omlaag, ammoniak omlaag!

Er zijn verschillende manieren om het RE-gehalte in het voer te verlagen. Dat kan bijvoorbeeld door extra mais in het rantsoen, een aantrekkelijke optie voor intensieve bedrijven. Extensieve bedrijven zullen liever zoveel mogelijk gras in het rantsoen stoppen. Krachtvoer met een lager RE-gehalte is dan een optie. Maar het begint eigenlijk al eerder: met optimaal ruwvoer winnen van het eigen bedrijf. Dat kan o.a. door de juiste zwaarte van de eerste snede. Hoe zwaarder de snede, hoe lager het RE-gehalte. De optimale samenstelling van het ruwvoer verschilt van bedrijf tot bedrijf en is ook afhankelijk van het groeiseizoen, de bemesting en de stikstof levering door de veenbodem.

Puzzelen voor een optimaal rantsoen

In een optimaal rantsoen zijn eiwit en energie in balans. De koe moet tenslotte wel genoeg energie uit haar voedsel kunnen halen om melk te produceren en gezond te blijven. Verlagen van het RE gehalte betekent dus puzzelen, uitproberen en bijsturen voor de melkveehouder. Want geen jaar, groeiseizoen, koe of bedrijf is hetzelfde en meerdere maatregelen kunnen elkaar beïnvloeden. Het is ‘werk in uitvoering’, maar wel werk waarmee de pilotboeren van Proeftuin Veenweiden hebben laten zien dat een reductie van minimaal 6% van de totale ammoniakemissie via het verlagen van het RE-gehalte, haalbaar is. Zeker wanner in samenwerking met de voerleverancier wordt gewerkt aan een evenwichtig rantsoen het jaar rond.