“De toekomst ligt open als kringlopen sluiten”
Een grondgebonden melkeehouderij kan door draaien.
Een grondgebonden melkeehouderij kan door draaien.
Om te zorgen voor minder ammoniak, minder bodemdaling en betere waterkwaliteit, helpt het als we steeds meer in kringlopen werken. Hoe kleiner de schaal waarop we de kringlopen van voer, mest en mineralen sluiten, des te minder de impact op onze omgeving. Het advies van de Commissie Grondgebondenheid legt een stevig fundament onder de onderwerpen waar we in de Proeftuin Veenweiden al mee bezig zijn. De kern van dat advies is dat de melkveehouderij in 2025 grotendeels zelfvoorzienend zou moeten zijn qua eiwitvoorziening, met gras van eigen grond als basis en ruwvoer/mestkringlopen via buurtcontracten als aanvulling.
De Proeftuin baseert zich op dezelfde kern en bouwt daar op voort met maatregelen als het verhogen van het aantal weidegang uren per bedrijf, een betere benutting van de mest van het eigen bedrijf en minder kunstmest, een betere benutting van het op het eigen bedrijf geproduceerde graseiwit en minder eiwit via krachtvoer. Door deze maatregelen sluit de kringloop steeds verder.
Meer weidegang betekent minder vermenging van mest en urine en daardoor minder ammoniakuitstoot. Daarnaast betekent weidegang ook een hogere vers gras opname door de koeien, waardoor minder ruw- en krachtvoer nodig is. Deze efficiëntere en gerichte benutting van mineralen zorgt ook weer voor een lagere ammoniakuitstoot. Om meer eiwit van eigen bedrijf te kunnen benutten, moet efficiënter met het beschikbaar eiwit worden omgegaan. In de Proeftuin hebben we onderzocht en aangetoond, dat daar veel mogelijkheden voor zijn. Zo neemt bijvoorbeeld het belang van bijproducten uit de bierbrouwerij toe, wat nieuwe aanknopingspunten oplevert voor verdergaande reductie van ammoniakemissie.
Kringlopen sluiten is een voorwaarde om in de toekomst te kunnen blijven boeren. Het levert op heel veel fronten een bijdrage aan duurzaamheid en dat levert maatschappelijke waardering op. Niks uit de regio afvoeren en minder hoeven kopen levert niet alleen geld op, maar zorgt ook voor minder transport/CO2 uitstoot, minder milieubelasting. Meer weidegang draagt bij aan dierenwelzijn en diergezondheid en maatschappelijke acceptatie.
De Proeftuin Veenweiden beschouwt het Advies van de Commissie grondgebondenheid als een steun in de rug. Ook voor regionale samenwerking tussen dierlijke en plantaardige sectoren. Bijvoorbeeld als het gaat om de mogelijkheid om graan voor veevoer te produceren of andere mogelijke samenwerkingen, die onder andere onderzocht worden in projecten als Vruchtbare Kringlopen Noord-Holland en het gelijknamige project in Zuid-Holland.