“Als je niks doet heb je straks wel de ruimte”

Waar gaat het over?

Ammoniakreductie is een belangrijke opgave voor de melkveehouderij. Sterker nog: als het de sector niet lukt om de beloofde 10 miljoen kg ammoniakreductie te realiseren, moeten er weer koeien uit. Een toekomstscenario dat geen enkele melkveehouder wil. Maar ook meteen de urgentie aangeeft waarom het belangrijk is om NU zelf al met ammoniak aan de slag te gaan. Want het kan omdat het ook economisch haalbaar is. De pilotboeren uit Proeftuin Veenweiden hebben met effectieve en economisch haalbare maatregelen hun ammoniakuitstoot met 25 tot 40% weten te reduceren!

Maatregelen met effect

In Proeftuin Veenweiden werken 10 pilotbedrijven aan diverse experimenten op hun bedrijf die stuk voor stuk, maar zeker in samenhang, fors bijdragen aan ammoniakreductie:

• Bemesten op het juiste moment: de bodemtemperatuur is van belang voor de mineralisatie in de grond. Bij 70 melkveehouders in de Proeftuin staan bodemtemperatuurmeters in de grond om te onderzoeken wat de beste temperatuur is om te gaan bemesten. Daarbij gaat het om de juiste balans tussen de werking van stikstof en het risico op af- en uitspoeling. Voorlopige uitkomsten van dit experiment laten zien dat de bodemtemperatuur minimaal 7 tot 8 graden moet zijn. Lees meer…
• Mest verdunnen: de grootste klap is te maken met het verdunnen van drijfmest. Dat heeft niet alleen positief effect op de ammoniakreductie, maar ook op de grasopbrengst, de graskwaliteit en de mineralenefficiëntie. De beste verdunning in het voorjaar is twee delen mest en één deel water; dat levert de hoogste opbrengst aan kg ruw eiwit op. In de zomer is het beter om nog verder te verdunnen (1:1). Lees meer…
• Zuiniger met kunstmest: door minder te bemesten stuur je op minder ruw eiwit in het gras. Een goede indicatie voor het juiste niveau van bemesting zijn de eerder uitgevoerde mestgiften en kuilmonsters van de afgelopen drie jaar (Kijk hier voor praktijktips). Als de stikstoflevering van de bodem en de organische mest goed benut wordt, kun je met minder kunstmest toe. Zo wordt er minder stikstof van buitenaf aangevoerd, wat gunstig is voor het verder sluiten van de kringloop. Lees meer…
• Mest uitrijden bij de juiste weersomstandigheden: dat betekent uitrijden bij weinig wind, een lage temperatuur en weinig zon. Want hoe minder zon of hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe lager de ammoniakemissie. Het beste is natuurlijk om uit te rijden als het regent of gaat regenen. Lees meer…
• Minder ruw eiwit in het rantsoen: Wat er aan de voorkant van de koe niet in gaat, komt er aan de achterkant ook niet uit. Minder ruw eiwit in het rantsoen, geeft ook minder stikstof in de mest en dus minder ammoniak. Het verlagen van het RE-gehalte in het voer begint met optimaal ruwvoer winnen van het eigen bedrijf. Dat kan o.a. door de juiste zwaarte van de eerste snede. Hoe zwaarder de snede, hoe lager het RE-gehalte. Voor intensieve bedrijven is een het aantrekkelijk om mais bij te voeren. Extensieve bedrijven willen zoveel mogelijk gras in het rantsoen stoppen, dan is krachtvoer met een lager RE-gehalte een belangrijk stuurmiddel. Lees meer…
• Onderwaterdrainage: deze maatregel verbetert de draagkracht van de bodem. Hierdoor is beweiding eerder en langer mogelijk. In de wei komen mest en urine niet bij elkaar en dat levert minder ammoniakuitstoot op. Daarnaast vermindert onderwaterdrainage de mineralisatie in de bodem, wat de graskwaliteit en bodembenutting van mineralen ten goede komt. Lees meer…

Niks doen is geen optie

Met dit doe-het-zelf-pakket aan maatregelen kun je als melkveehouder concreet aan de slag met ammoniakreductie. Vooral de maatregelen rondom mestaanwending zijn aantrekkelijk. Het zijn bewezen en praktische maatregelen die door collega’s in de Westelijke Veenweiden al volop worden toegepast. Zij merken op hun bedrijf dat het werkt; dat hun resultaten goed zijn, dat de ammoniakuitstoot is verlaagd, ze steeds beter grip krijgen op hun bedrijfsvoering en hun vakmanschap vergroten. Maar ook de voermaatregelen mogen we niet laten liggen. Ze zijn hard nodig om de afgesproken emissiereductie te realiseren!

Zet stappen, op grond van morgen!

Als elk melkveebedrijf 25% daling van ammoniakemissie realiseert, kan een verdere inkrimping van de melkveestapel worden voorkomen. Daar gaan we voor. Want het moet en het kán!