De bodemtemperatuur houden we in het voorjaar nauwlettend in de gaten om het optimale moment van bemesten te bepalen. Want waarom zou je mest op het land gooien als het gras nog niet aan groeien denkt? Dan is de kans groot dat de mineralen de wortels passeren en uit de kringloop vliegen.
Het is bekend dat bij 8 graden Celsius de grasplant begint te groeien. Vanaf dat moment staan te wortels op scherp om voedingsstoffen op te nemen. Dat is dus het moment om de drijfmest aan te wenden. Uiteraard is er verschil in bodemtemperatuur tussen natte en droge percelen. Hoe natter de bodem, hoe langzamer deze opwarmt en dus hoe langer het duurt voordat deze de temperatuur van 8 graden heeft bereikt.
In Proeftuin Veenweiden is het plan opgepakt om een groepsapp te maken waarin de pilotboeren elkaar op de hoogte houden van de bodemtemperatuur in ‘een gemiddeld perceel’.
In onderstaande grafiek de gemeten bodemtemperaturen (gemiddelde van 10 pilotboeren).
Tot 22 februari zat er een prima stijging in de bodemtemperatuur tot 7 graden, daarna viel het weer terug, mede door de enorme regenval. Al met al hebben we de 8 graden nog niet bereikt en is er heel veel regen gevallen. Waarschijnlijk is de benutting van de reeds aangewende drijfmest daardoor niet optimaal.
Inmiddels zitten we weer op de 7 graden. Als het land nu opdroogt is het ook meteen 8 graden en daarmee een geschikt moment om uit te rijden. Het enige criterium is nu nog de draagkracht en berijdbaarheid van de grond.
Meer weten?
Mail naar Teus Verhoeff, teus@proeftuinveenweiden.nl