Experiment Jan Graveland

Op de veengrond is het geen uitgemaakte zaak welke kunstmest het best tot haar recht komt, terwijl het een behoorlijke impact heeft op het uiteindelijke resultaat. Immers, de gebruikte kunstmestsoort op grasland heeft invloed op:

  1. de bodemkringloop van stikstof (N), waarbij stikstof vanuit kunstmest terug keert in het gras;
  2. verlies van stikstof. Gaat stikstof verloren in de vorm van ammoniak naar de lucht of in de vorm van nitraat naar het grondwater of anders?
  3. de voederwaarde van gras, met name voor wat betreft RE,VEM en DVE /OEB*.

De boeren in het veenweidegebied willen graag weten of ze door het gebruik van verschillende N-kunstmestsoorten in grasland op veenbodems, ook een verschil in de graskwantiteit en -kwaliteit terugvinden.

Relevantie voor het Proeftuin-bedrijfsdoel

Jan Graveland is voor zijn bedrijf op zoek naar een N-kunstmestsoort die het gewas goed kan benutten, dus een hoge N-efficiency heeft. Jan Graveland wil een optimaal ruweiwitgehalte in het gewas met een gereduceerde stikstofbemesting bereiken. Volgens hem zal de juiste kunstmest tot een optimale verhouding van DVE/OEB in het gewas leiden. Door een goede verteerbaarheid als gevolg van een verbeterde DVE/OEB verhouding kunnen stikstof verliezen door excretie gereduceerd worden.

Onderzoeksvragen

Als onderzoeksvragen zijn voor het bedrijf van Graveland geformuleerd:

  • Is er een verschil in opbrengst bij het gebruik van verschillende N-kunstmestsoorten ?
  • Wat is de N-benutting van de plant bij het gebruik van verschillende N- kunstmestsoorten?
  • Wat is de verteerbaarheid (OEB/DVE verhouding) bij het gebruik van verschillende
    N-kunstmestsoorten?

Opzet experiment

Op een gemiddeld perceel worden drie velden aangelegd van 10 x 5 meter in het midden van het perceel. De ligging van deze proefvelden is achter het proefveld van Nick van Eekeren. Het 0-veld van afgelopen jaar wordt niet meegenomen. Op elk van deze proefvelden wordt 80 kg N gebracht. Per veld is de chemische samenstelling van de stikstof verschillend.

Tabel: Chemische samenstelling drie kunstmestsoorten

Tabel: Chemische samenstelling drie kunstmestsoorten

Aanleg experiment

De aanleg van de proefvelden ten behoeve van het experiment doet Jan zelf. De kunstmest wordt met de hand uitgebracht en afgewogen, per kunstmestsoort:

  • hoeveelheid: 0,4 kg zuivere stikstof; tijdstip: op dezelfde dag als er kunstmest op de overige percelen grasland wordt gestrooid.

*RE ruweiwitgehalte

*VEM is de Nederlandse energie parameter. Het geeft de netto energie inhoud van een product weer voor melkgevende koeien.

*DVE staat voor Darm Verteerbaar Eiwit. DVE is de maat voor de hoeveelheid eiwit die beschikbaar en verteerbaar is in de dunne darm.

*De OEB is de onbestendige eiwit balans van een voedermiddel of rantsoen. Dit kengetal geeft aan hoeveel eiwit en energie er in de pens beschikbaar komt en of deze twee componenten in balans zijn.


Lees meer over pilotbedrijf Jan Graveland