Uitslag enquête onder 100 deelnemers Proeftuin Veenweiden

Meer dan 80% van de melkveehouders heeft in 2017 de drijfmest met (veel) meer water verdund. Dit blijkt uit een enquête die dit najaar is gehouden onder de 100 deelnemers aan de studiegroepen van Proeftuin Veenweiden. Uit de reacties bleek ook dat één op de 3 deelnemers het eiwitgehalte in het rantsoen naar beneden heeft weten te brengen. En er is afgelopen seizoen iets meer geweid dan het jaar daarvoor.

Massaal meer water bij de drijfmest in 2017

Meer dan 80% van de 100 melkveehouders die meedoen aan de Proeftuin Veenweiden hebben in 2017 de drijfmest met (veel) meer water verdund dan in 2016. Dat de loonwerker wat langer bezig is, weegt niet op tegen bovengenoemde voordelen. Als reden om te verdunnen geven de melkveehouders drie redenen:

  • betere opname door de plant en daarmee een betere benutting van de mineralen;
  • minder vervluchtiging van stikstof in de vorm van ammoniak;
  • schoner gras om na bemesting te beweiden.

De overige 20% van de geënquêteerden geeft aan niet (meer) te zijn gaan verdunnen, omdat:

  • ze voorheen al voldoende verdunden (16%);
  • ze altijd bij regenachtig weer uitrijden (2%);
  • er genoeg spoelwater in de kelder loopt (2%).

Eiwitgehalte in het rantsoen zakt nauwelijks

Uit de enquête blijkt ook dat 1 op de 3 deelnemers het eiwitgehalte in het rantsoen in 2017 naar beneden heeft weten te brengen ten opzichte van 2016. De helft van deze groep is daarbij geholpen door de voeradviseur, terwijl de andere helft het zelf heeft geregeld. Bij het merendeel van de deelnemers is het dus niet gelukt om het eiwitgehalte te laten zakken. Als belangrijkste redenen waarom het in 2017 niet is gelukt om een rantsoen met minder eiwit samen te stellen, geven de deelnemers als antwoord:

  • bewust minder bijvoeren, omdat eigen (gras)eiwit als eerste moet worden benut;
  • het ruw-eiwitgehalte in het eigen gras was (erg) hoog dit jaar;
  • het heeft (te) weinig aandacht gehad, ook van de voer-adviseur;
  • het ruw-eiwitgehalte in het rantsoen was al laag.

Iets meer beweiding in 2017

Van de 100 ondervraagden heeft ongeveer een kwart meer geweid dan in 2016, vooral dankzij de vroege beweiding in het voorjaar. 8% van de melkveehouders geeft aan minder te hebben geweid als gevolg van de natte periode in de herfst. Voor 65% van de groep is het gelijk gebleven.

Analyse van begeleider Teus Verhoeff:

  1. Het is een kwestie van tijd en dan zal iedere melkveehouders drijfmest bij uitrijden optimaal verdunnen, om geen dief van zijn eigen portemonnee te zijn!
  2. Er komt pas echt minder eiwit in het rantsoen als er bij melkveehouders het gevoel van urgentie groter is. Daarvoor zullen alle erfbetreders moeten meewerken aan oplossingen in die richting.
  3. Melkveehouders in Proeftuin Veenweiden willen het liefst zoveel mogelijk beweiden en zijn daarbij afhankelijk van de weersomstandigheden

Lees verder over de deelnemers in Proeftuin Veenweiden


Als u meer wilt weten over de Proeftuin Veenweiden en op de hoogte wilt blijven van de nieuwste ontwikkelingen, kunt u zich abonneren op de nieuwsbrief.

Water bij de mest, hoeveel werkt dan het best?

Veel deelnemers aan Proeftuin Veenweiden weten dat water bij mest zorgt voor een betere benutting van de mest en hogere opbrengsten. Vooral bij het sleepslangen wordt verdunnen breed toegepast. Maar hoeveel water toevoegen is zinvol? Hoe meer hoe beter, of is er een optimum?

Het experiment

Om het effect van verschillende verdunningen van drijfmest op de benutting en grasopbrengst te onderzoeken, is een praktijkexperiment uitgezet op het pilotbedrijf van Jaap Schep. Want leren van ervaringen helpt bij het vinden van de beste maatregelen. In dit experiment is de drijfmest aangewend in drie verschillende verhoudingen tussen water en mest. De gebruikte verhoudingen zijn weergegeven in tabel 1.

Tabel 1 Water bij de mest, hoeveel werkt dan het best

Tabel 1

Metingen

Op het moment van oogsten is een monster genomen om de grasopbrengst en kwaliteit bij de verschillende mestaanwendingen te analyseren. Hierbij zijn onder andere de droge stof opbrengst, het VEM en Ruw eiwit gehalte van het gras bepaald. Dit is zowel bij de eerste als bij de tweede snede gedaan. De resultaten van de eerste snede zijn weergegeven in figuur 1a en 1b en die van de tweede snede in figuur 2a en 2b.

tabel 1 a-b Water bij de mest, hoeveel werkt dan het best?

Resultaten

1e snede

Zoals in figuur 1a duidelijk te zien is zorgt de het verdunnen van mest met 1 deel water op 2 delen mest (67/33) voor de hoogste opbrengsten van zowel droge stof als VEM en ook van eiwit. De gehaltes aan VEM en ruw eiwit per kg droge stof waren niet de hoogste zoals in figuur 1b is te zien. Maar door de hogere droge stof opbrengst ligt de totale opbrengst per ha dus wel het hoogste bij een verdunning van 2 delen mest op 1 deel water.

2e snede

Voor de tweede snede gelden eigenlijk dezelfde resultaten als voor de 1e snede. Ook hier zorgde een verhouding van twee derde mest en één derde water voor de hoogste opbrengsten. Al waren de gehaltes per kg droge stof van VEM en ruw eiwit wel het laagste bij deze verhouding.

Tabel 2 a en b Water bij de mest, hoeveel werkt dan het best

Conclusie

In dit experiment op bedrijfsniveau zorgde het verdunnen van de mest met een deel water op twee delen mest voor de beste resultaten. Bij deze verdunning was de droge stof, kVEM en ook de eiwit opbrengst het hoogst. Bij een hogere verdunning (1 op 1) en bij een lagere verdunning (1 op 3) waren de opbrengsten lager.

Kost mest verdunnen teveel geld?

In Proeftuin Veenweiden krijgen we regelmatig opmerkingen over de kosten van het verdunnen van drijfmest: ‘Jullie hebben het maar over het verdunnen van drijfmest, maar wat gaat dat allemaal wel niet kosten?!’ Als tegenhanger stellen we dan snel de vraag: ‘Wat gaat het extra opleveren, denk je?’ We nemen de proef op de som op het bedrijf van Wouter Beukeboom en daaruit blijkt dat er naast financieel ook andere voordelen zijn.

Meningen verdeeld in de praktijk

In de praktijk zien we het volgende:

  • Er zijn melkveehouders die al jarenlang de drijfmest maximaal verdunnen met de sleepslang en daar geen enkele concessie in willen doen. Ze begrijpen vaak niet waarom hun buren dat ook niet doen, omdat ze overduidelijk ervaren hoeveel meer gras het oplevert.
  • De meeste loonwerkers moedigen boeren niet aan om extra te verdunnen met water en wijzen vooral op de extra tijd en kosten die daarmee gemoeid zijn.

Leren van experimenteren

In de Proeftuin experimenteren we met het verdunnen van drijfmest. In een vorig nieuwsbericht zijn de resultaten genoemd voor wat betreft de 1e snede. Bij Wouter Beukeboom kwam de opbrengst bij een verdunning van 2,22 mest : 1 water duidelijk beter uit dan bij de normale verdunning (3,8 : 1). De loonwerker rekent bij Wouter € 220 per uur en voor beide stukken heeft hij exact bij gehouden hoeveel tijd het kost. Aan de hand daarvan zijn de kosten per ha berekend. In onderstaande tabel staan de verdunningen, de opbrengsten en de kosten van beide proefpercelen.

Tabel mestverdunningen, de opbrengsten en de kosten

Kosten versus baten

Het financiële voordeel is eenvoudig te berekenen: € 24 per ha. Terwijl perceel B beduidend kleiner is en daarmee minder efficiënt bemest kan worden. De extra opbrengsten kunnen we het beste berekenen aan de hand van de kg ruw eiwit per ha. Perceel B geeft 101 kg ruw eiwit meer op dan perceel C. De waarde van ruw eiwit is volgens de voederwaardeberekening ongeveer 50 cent per kg. 101 kg ruw eiwit komt dan op een waarde van € 50. Per saldo geeft extra verdunning in dit experiment een voordeel van € 26 per ha.

Overige voordelen

De verwachting is dat het verschil van verdunning in drogere en warmere tijden beduidend hoger ligt. Daarnaast is het voordeel van verdunning vóór beweiden dat het gras veel schoner en daarmee smakelijker is. Ook blijft er niets aan het blad hangen, zodat het bij een volgende maaisnede geen extra hoog ras-gehalte tot gevolg heeft.

Kortom, drijfmest verdunnen geeft veel voordelen die de hogere rekening van de loonwerker gemakkelijk lijken te compenseren.

Mest verdunnen bij pilotboer Wouter Beukeboom

Experiment mest verdunnen in het voorjaar

Bij twee pilotboeren, Jaap Schep en Wouter Beukeboom van Proeftuin Veenweiden zijn oriënterende experimenten gedaan met verschillende verdunningen van drijfmest in het voorjaar. Het doel was om het effect van mestverdunning te meten op grasopbrengst en grassamenstelling.

De les tot nu toe

Verdunnen bij het aanwenden van drijfmest in het voorjaar levert extra gras op, maar het vochtgehalte van de bodem in combinatie met (veel) neerslag vlak na aanwending kunnen het effect van verdunnen tenietdoen door afspoeling.

pilotbedrijf Schep: Mestverdunning en mest uitrijden

Bij Jaap Schep is 14 ha grasland, in 3 blokken verdeeld. Op elk blok is de drijfmest in verschillende mate gemengd met water. Op 13 maart is drijfmest uitgereden (ongeveer 30 kuub per ha) in 3 verschillende verdunningen:

  • 1 mest : 1 water
  • 2 mest : 1 water
  • 3 mest : 1 water

Op 28 april is de eerste snede geoogst en zijn er monsters genomen van het verse gras.
In onderstaande tabel de resultaten.

Tabel bedrijf Schep: Mestverdunning, grasopbrengst en samenstelling vers gras

Tabel bedrijf Schep: Mestverdunning, grasopbrengst en samenstelling vers gras

Wat zien we?

  • Hoogste droge stof opbrengst bij 2 mest en 1 water
  • Hoogste ruw eiwit opbrengst ook bij 2 mest en 1 water
  • Verdunning van 3 mest en 1 water blijft duidelijk achter voor wat betreft opbrengst in kg ds en ruw eiwit.

Soms gaat het mis…

Dat je ook te ver kunt gaan met verdunnen bleek duidelijk uit het experiment bij Wouter Beukeboom. Op 21 februari is op alle percelen al drijfmest aangewend. In het kader van de proef heeft ook Wouter 3 blokken van in totaal 15 ha met verschillende verdunningen bemest (zijn onderstaande tabel). In de twee dagen na 21 februari kwam er 18 en 15 mm regen naar beneden! Dat had afspoeling van de drijfmest tot gevolg, met name van de percelen met de hoogste verdunning. Dit is in onderstaande tabel duidelijk te zien.

Tabel bedrijf Beukeboom: Mestverdunning, grasopbrengst en samenstelling vers gras

Tabel bedrijf Beukeboom: Mestverdunning, grasopbrengst en samenstelling vers gras

Wat zien we?

  • Maximale verdunning geeft lagere opbrengst
  • Verdunning van 2,22 : 1 geeft hoogste opbrengst aan kg droge stof als ook aan totale kg ruw eiwit per ha.
  • Bij lage verdunning (3,8 : 1) is opbrengst duidelijk hoger, maar gehalte aan ruw eiwit blijft achter ten opzichte van hogere verdunningen.

Pilotboer Beukeboom - Mest uitrijden

Vervolg:

  • Voor de tweede snede wordt een zelfde experiment uitgevoerd om te zien welk effect het verdunnen van mest heeft verderop in het groeiseizoen.
  • Er wordt een nieuwsbericht voorbereid waarin we de kosten en baten van verdunnen tegen elkaar afwegen. Wat kost extra verdunnen van drijfmest en wat levert het op?

Mest-app in ontwikkeling

Bij drogende weersomstandigheden neemt de ammoniakemissie bij het uitrijden van mest toe. Denk hierbij aan een hogere windsnelheid, een hogere luchttemperatuur, meer zonnestraling of een lagere relatieve luchtvochtigheid. Kun je door rekening te houden met de weersomstandigheden de ammoniakemissie verminderen? Proeftuin Veenweiden ontwikkelt op dit moment een app waarmee melkveehouders/loonwerkers vaker onder ‘niet drogende omstandigheden’ de mest uitrijden. Want dat zorgt voor minder ammoniakemissies!

Anticiperen op het weer om emissiearm mest uit te rijden

De app geeft deelnemende boeren in het veenweide gebied een zeer globale inschatting van de te verwachten emissies bij het mest uitrijden. De app is een eenvoudige variant op het huidige wetenschappelijke ALFAM model. Daarin zijn namelijk slechts twee parameters meegenomen: windsnelheid & temperatuur. Daarnaast is het met het ALFAM emissiemodel niet mogelijk om nauwkeurig te voorspellen wat de emissie is op een specifiek moment van de dag. Onder andere omdat het model geen rekening houdt met veranderende weersomstandigheden na het moment van uitrijden.

emissie arm mest uitrijden schema

De gemiddelde omstandigheden zijn 15.2 C en 3.4 m/s.

Via de app zijn ook de mestgiftmomenten vast te leggen. Met deze data kan Wageningen University & Research achteraf – via een geavanceerder model dat eind 2017 beschikbaar komt – werken aan een betere voorspelling van de emissies tijdens het mest uitrijden. Dit onderzoek zal de basis vormen voor een verbeterde versie van de app in 2018.