Bij het berekenen van de gewenste bemesting in het voorjaar voor de 1e snede, moet u ook een inschatting maken van de stikstofvoorraad in de bodem. Enerzijds is dat de ‘oude voorraad’ van het voorgaande jaar, anderzijds is dat de stikstof die vrijkomt bij oplopende temperaturen in maart en april door mineralisatie.
Oude voorraad
De hoeveelheid stikstof in de bodem die van het voorgaande jaar is achtergebleven, is sterk afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in de winter. Was dat ruimschoots , dan is de oude voorraad nagenoeg geheel verdwenen.
Om een indicatie te hebben van deze voorraad kan een grondmonster uitkomst bieden. Een grondmonster van 0 – 20 cm diepte geeft aan wat er aan stikstof aanwezig is. De N-ammoniakaal is direct beschikbaar voor de plant.
In onderstaand tabel staan de resultaten van analyses op 3 percelen op 1 bedrijf.
We zien dat er ongeveer 10 – 15 kg N beschikbaar komt voor de plant. Dit getal is geen verrassing. Door de droge winter is er nauwelijks stikstof uitgespoeld.
Mineralisatie
Uit onderzoek van Jeroen Pijlman (LBI) bleek dat op gemiddelde veengrond vanaf maart stikstof beschikbaar komt voor de plant als gevolg van mineralisatie. Deze hoeveelheid is sterk afhankelijk van de temperatuur. In 2017 werd de mineralisatie ingeschat zoals in onderstaande grafiek weergegeven.
We zien dat er voor de eerste snede ongeveer 25 kg N van de jaarlijkse 250 kg N als gevolg van mineralisatie vrijkomt.
Conclusie
Als u aan de gewenste bemesting rekent, dan zult u zien dat u dit jaar 35 – 40 kg N minder hoeft te bemesten in de vorm van drijfmest of kunstmest!