Rantsoen voor de koeien samenstellen

De voerindustrie is niet proactief rond stikstof. Daarmee komt gedwongen krimp in zicht.

Ik bezocht eind oktober een bijeenkomst over ammoniakemissie maatregelen in het westen van het land. Aanleiding voor deze bijeenkomst zijn de Natura2000-gebieden in die regio, waardoor er grote uitdagingen zijn om de ammoniakemissie te verlagen. In de zaal waren verschillende voerfirma’s vertegenwoordigd, en ook de overheid en onderzoekers. De beleidsambtenaar gaf aan dat de ammoniakemissie omlaag moet, en wel in heel Nederland. Landbouw en overheid hebben hier eerder al afspraken over gemaakt: de overheid zet wetgeving in om de emissie bij het mest uitrijden en in de stal te verlagen. En de sector gaat werken aan voer- en managementmaatregelen om de emissie te verlagen. Dat moet uiteindelijk 3.000 ton ammoniak opleveren. Denk hierbij aan een laag ureumgehalte in tankmelk of een laag stikstofgehalte in het rantsoen. In 2021 zou dit al gerealiseerd moeten zijn. Een mooie deal van de sector om zo via de zogenaamde PAS ontwikkelruimte te verdienen.

Uit monitoring blijkt echter dat de ammoniakemissie de afgelopen jaren niet verlaagd is, maar juist verhoogd. Iedereen weet dat dit niet door de varkens of het pluimvee komt en dat vooral de rundveesector aan zet is. ‘Dus de uitdaging is groot en de urgentie is hoog’, gaf de overheidsvertegenwoordiger aan, ‘zeker ook in het veenweidegebied’.

Nu even terug naar de ammoniak bijeenkomst. We zaten daar met een ruime vertegenwoordiging van de voerindustrie om de tafel. Slimme en creatieve mensen als het gaat om voer- en managementmaatregelen in te vullen voor een lagere ammoniakemissie. Ze werden gesterkt door een WUR-voedingsonderzoeker die aangaf dat in theorie het ruw-eiwitgehalte van het rantsoen wel naar 125 gram per kilo kan. Bij dat lage ruweiwitgehalte zijn er nog geen nadelige effecten voor de melkproductie te verwachten. Maar wat schetst mijn verbazing? De creativiteit van de voerindustrie maakte plaats voor een sterk defensieve houding: ‘Met dit gras en deze veenbodem halen we geen lage eiwitgehalten in het rantsoen’, ‘dat kan helemaal niet’, of ‘hoe denk jij 1.000 VEM uit dit gras te halen?’

Toegegeven, eenvoudig is het allemaal niet, maar een verlaging van de huidige circa 170 naar 145 gram ruw eiwit per kilo voer zou al een flinke stap met een behoorlijk groot effect op de stikstofverliezen zijn, en daarmee ook op de uitstoot van ammoniak. Bovendien laten de 2 Koeien & Kansen-bedrijven in die omgeving zien dat ze in 2017 naar een ruw eiwit gehalte van 155 en 165 g Re/kVEM in het totale rantsoen kunnen.

Ik had hoge verwachtingen van de voerindustrie. In het Fosfaatreductieplan 2017 heeft deze sector ook een mooie inspanning geleverd, zodat de sector uiteindelijk onder het fosfaatplafond uitkwam. Mijn angst is nu dat het stikstofplafond ons door de vingers glipt als creativiteit op het voer- en managementspoor uitblijft. Dit kan, maar eerder nog, zál weer leiden tot ingrijpen van de overheid en die heeft nu de sleutel op dieraantallen al in de hand met de fosfaatrechten. Na afloop van de bijeenkomst verzuchtte de overheidsvertegenwoordiger: ‘Ik weet wat ons te doen staat’.

Laat het niet zo ver komen, wees alert en laat je niet verrassen door stikstof!

Deze column van WUR-onderzoeker Michel de Haan is eerder verschenen in Melkvee 100 plus