Proeftuin Veenweiden werkt aan beloningsmaatregelen voor melkveehouders die hun ammoniak-emissie reduceren. Dan gaat het o.a. om een gebiedsgerichte aanpak om de depositie op verzuringgevoelige natuurgebieden te reduceren. En waarbij de individuele resultaten van bedrijven gezamenlijk optellen tot op gebiedsniveau. Hoe zou zo’n gebiedsbenadering kunnen werken?
Emissie en depositie
Uiteindelijk hebben alle inspanningen om de ammoniakemissie te reduceren als belangrijkste doel de verzuring van natuurterreinen te verminderen. Emissiereductie om depositie te verminderen. Hoe dichter bij een verzuringgevoelig natuurgebied die emissie plaatsvindt, hoe groter de depositie. Het is dan ook heel effectief om dicht bij zo’n verzuringgevoelig gebied, zoveel mogelijk emissiebeperkende maatregelen in te zetten. Want dat kan leiden tot forse reducties in depositie en dat kan daarmee ook een forse natuurwinst opleveren.
Toekomstperspectief
Waarom je je als melkveehouder zou inspannen de emissie nog verder (bovenwettelijk) te reduceren? Simpelweg om toekomstperspectief te behouden voor je bedrijf en je collega’s dicht in de buurt van zo’n verzuringgevoelig natuurgebied. Als via gezamenlijke inspanningen de depositie op het natuurgebied daalt, zal het draagvlak voor veehouderij rondom dat natuurgebied stijgen.
Belonen van goed gedrag
Maar van draagvlak alleen kun je niet leven. Gelukkig leiden veel ammoniakreducerende voer- en managementmaatregelen ook tot lagere bedrijfskosten. Ofwel, ze leveren geld op. Bovendien gaan zuivelorganisaties als Friesland Campina de melkprijs ook mede laten bepalen door het kengetal ammoniakemissie per ha. Maar er kan nog meer om te stimuleren dat melkveehouders dicht bij een natuurgebied extra stappen zetten. Door die extra stap als een dienst te zien, zoals een groene dienst, waarvoor collectieven hun leden ook een vergoeding uitbetalen. Op het juiste moment de mest uitrijden – goede windrichting, lage temperatuur, lage windsnelheid, druilerig weer of regen – zorgt voor veel depositiereductie. Maar die optimale momenten zijn schaars. Dus extra uitrijcapaciteit is nodig om zoveel mogelijk mest onder optimale omstandigheden uit te rijden. En dat brengt extra kosten met zich mee. Daarvoor zou een beloningsstructuur moeten komen. Maar hoe bepaal je de winst van een bepaalde maatregel in termen van depositie zodat je een passende beloning kunt afleiden?
Rekenmodel brengt depositievermindering in beeld
Er is een rekenmodel dat emissie omrekent naar depositie: Aerius. Door Aerius te koppelen aan de uitkomsten van de Kringloopwijzers op de melkveebedrijven rondom een verzuringgevoelig natuurgebied, zijn zowel de individuele als de collectieve bijdragen van melkveebedrijven aan de depositievermindering te berekenen. Het is ook mogelijk om per uitrijmoment te berekenen wat de feitelijke emissie is. Voorwaarde is dat er GPS en een datalogger op de sleepvoetmachine aanwezig is. Door dit te koppelen aan Aerius is ook per uitrijmoment de depositie te berekenen.
Kortom, gebiedsgerichte inzet op depositie verlaging is te monitoren door een koppeling van Kringloopwijzer, Aerius en uitrijdmomenten. En als het te monitoren is, is het ook te belonen!
Gerard Migchels